De Nieuwe Taalgids. Jaargang 67
(1974)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De[p. 53] | |
G.A. Brederoods Spaanschen Brabander ... 1616?In de Catalogus van de boekerij der Koninklijke Akademie van wetenschappen gevestigd te Amsterdam wordt op p. 447 van dl. 2 (Amsterdam, Frederik Muller, 1868) één van Bredero's werken als volgt beschreven: ‘Spaanschen Brabander Jerolimo, ghespeelt op de eerste Duytsche Academie. Amst., 1616. 4o. De zestien jaar later verschenen bibliografie van Unger1 (1884) vermeldt noch deze editie, noch het exemplaar bij één van de door hem beschreven edities. Het boekje, dat berust in de Bibliotheek der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam onder de signatuur G 812, blijkt een exemplaar te zijn van de door Unger als tweede geplaatste editie van 1618 (Unger p. 54/55 no. B). De rechterbenedenhoek van het titelblad, waarop o.a. het jaartal staat, ontbreekt. Te lezen is nog: T'Amste Eveneens ontbreken in dit exemplaar de gehele katernen C en E en de folia F1 en F4; het voor de Brabander-filologie belangrijke katern D is dus wel aanwezig. Dit exemplaar van Unger 54/55 B wordt niet vermeld door Prudon2, Grootes3 en mevr. L. Oey-De Vita4. In totaal zijn nu in de literatuur 7 exemplaren van de editie van 1618 bekend, te weten: U.B. Amsterdam Port.toon. 57-17 en 461 F 85, U.B. Leiden 1091 B 23, K.B. Den Haag 853 G 5, U.B. Gent 6880, Amsterdam Bibl.Kon.Ned.Ak.v.Wet. G 812 en Parijs, Bibl. Nat.5. Wat de door Prudon verzamelde varianten tussen de door hem en Mevr. L. Oey-De Vita onderzochte exemplaren van de editie van 1618 betreft, is de tekst van het Akademie-exemplaar in binnen- en buitenvormen gelijk aan de tekst in binnen- en buitenvormen van de exemplaren U.B. Amsterdam 461 F 85 en U.B. Leiden 1091 B 23, door Prudon ‘B2’ genoemd. Er is echter één uitzondering: de binnenvorm van katern D van het Akademie-ex. komt wat de door Prudon opgemerkte variant op fol.D3v (vs. 1185): verdobb'len-verdobb len betreft, overeen met de binnenvorm van katern D van het ex. K.B. Den Haag 853 G 5, door Prudon ‘B3’ genoemd. Terecht is reeds de vraag gesteld of deze variant het gevolg is van correctie op de pers; het verdwijnen van de apostrof kan heel goed een mechanische oorzaak hebben6. Ik heb niet nagegaan of het exemplaar van de Kon.Ned.Ak. nieuwe varianten vertoont t.o.v. de reeds onderzochte exemplaren. Leiden, Levendaal 150 B. VAN SELM |
|