Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Spiegel der Letteren. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,94 MB)

Scans (32,83 MB)

ebook (3,61 MB)






Genre
sec - letterkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Spiegel der Letteren. Jaargang 11

(1968-1969)– [tijdschrift] Spiegel der Letteren

Vorige Volgende
[p. 126]

Abraham de Koning: van Antwerpen

Een fragment uit 'Tspel van Sinne1 van de Amsterdamse dichter Abraham de Koning:

 
Mijn Vader (goeden Man) om dat hy niet en eerde
 
Een steenen Marien-beeld/ 'tgeen voor ons deure stont:
 
Wirt hy helaes/ helaes! gevangen van dien Hont/
 
Wiens bloet raet (al te wreet) 'tzoet Vlaenderen regeerde/
 
Mijn Vader stirf op Steen. Mijn Moeder met ons vluchte
 
Naer 'tBolle-Hollant toe/ daer m'ons int eerst veracht/
 
Maer d'Edel Magistraet en wilden wijs bedacht
 
Geen Vreemders moeyelijck zijn/ noch doen in Armoe zuchten.
 
O als ick dien dagh gedenck/ of maer verteller
 
(Gezegent Amsterdam, O neeringh rijcke Stadt/)
 
Maeck ick mijn Ooghen noch met warme Tranen nat/
 
Vernieuwende den lust van 'toverschoone Belle.

werd door Snellaert autobiografisch geïnterpreteerd en het heette dat De Koning met zijn familie uit Belle, of Bailleul, in West-Vlaanderen afkomstig was2. Inderdaad is de conclusie die Snellaert uit deze voor Alva c.s. weinig vleiende woorden trekt: ‘Deze woorden, en wat er op volgt, zyn gewis eene herinnering aen eigene lotgevallen. Daer waren anders belangryke steden genoeg op te noemen, welke, meer dan het nederige Belle, in de ooren der Amsterdammers zouden geklonken hebben’3, niet van scherpzinnigheid ontbloot. Zij vindt daarenboven nog steun in het feit dat de naam De Koning in de zestiende eeuw in Belle voorkomt4. Lezen we echter verder dan de door Snellaert geciteerde regels, dan blijkt dat het onmogelijk is dat De Koning daar op eigen lotgevallen doelt: geboren in 1586 kan hij in 1616 van zichzelf niet zeggen:

 
'kHeb by de dertigh iaer de sobre cost gewonnen5

en de feiten logenstraffen de bewering:

[p. 127]
 
O droefheyt/ slach op slach/ ken heb noch Broer noch Vrient6, terwijl ook de daaropvolgende regel,
 
Mijn Dochter 'tionge dier te Vytrecht woont en dient,

geen waarheid bevat, aangezien Abrahams oudste dochter in 1616 nauwelijks drie jaar is geweest7.

Zowel in de ondertrouw-akte van Tobias, d.d. 31 januari 1609, als in die van Abraham, d.d. 15 december 16128, staat bij de De Konings vermeld ‘van Antwerpen’. Dit gegeven bleef aanleiding om in de archieven van deze stad te blijven zoeken met als resultaat dat in Parochieregister 8 - Dopen O.L. Vrouw werd aangetroffen de volgende mededeling op 17 maart 1588:

 
Abraham, Peeter de Cueninck in de Braderijstrate, Cornelis van Houte, Catelyn van Meerhout.

Tussen de regels staat bijgeschreven: ‘Paulus recepit’, terwijl boven de akte genoteerd staat: ‘per promotorem’. De stadsarchivaris van Antwerpen, dr. J. Van Roey9, deelde mij mee dat deze toevoegingen erop wijzen dat het hier om een dwangdoop gaat naar R.K. ritus. Paulus zal de man zijn geweest die aan de promotor van het geestelijk hof heeft meegedeeld dat Abraham niet katholiek was gedoopt: de promotor zorgde dan wel voor de rest10.

Omtrent Peeter de Cueninck, de vader van Abraham dus, kunnen nog enkele bijzonderheden worden gegeven. Hij was geboortig van Antwerpen en oefende het beroep van verfverkoper uit11 in het huis de ‘Vijff Ringhen’ in de Braderijstraat. Hij was gereformeerd12 en behoorde in de jaren 1584-1585 tot de laagste klasse belastingsplichtigen13.

Waarschijnlijk is Peeter met zijn gezin, als zoveel zuiderlingen, naar het noorden getrokken, waar hij zich, geloven we Abrahams ondertrouw-akte, in 1588, geloven we die van Tobias, in 1590 gevestigd zal hebben in Amsterdam14.

[p. 128]

Hij is dan waarschijnlijk degene over wie ik vermeld vond in het Amsterdamse Poorterboek B15 voor 27 mei 1595:

 
Ten zelven dagen heeft Pieter Coninc van Antwerpen syn poorter belofte gedaen ende den thesauriers betaelt.

Te veronderstellen dat Abraham de Koning van Antwerpen geboortig zou zijn, is na het vinden van deze gegevens niet langer gewaagd.

g.r.w. dibbets

1
'Tspel van Sinne vertoont op de Tweede Lotery van d'Arme Oude Mannen ende Vrouwen Gast-Huys, Voor Abraham de Koningh woonende aen de Beurse inden Koninghs Hoedt, by Paulus van Ravesteyn, te Amsterdam 1616.
2
f.a. snellaert, Het Vlaemsch Tooneel in de XVIIe eeuw, in Belgisch Museum 9 (1845), p. 316-346, p. 318-319 noot 1.
3
Ibid.
4
In Biographie Nationale, publiée par l'académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, t. IV, Bruxelles 1873, kol. 892 wordt gesproken over een Jezuïet Gilles de Coning, geboren 16 december 1578 in Belle.
5
De Koning werd in 1586 geboren blijkens de akte van ondertrouw die door m.m. kleerkooper en w.p. van stockum werd gepubliceerd in De boekhandel te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw, deel I, 's-Gravenhage 1914, p. 148. De akte werd ook afgedrukt in Ts 36 (1917), p. 55-56 door g. kalff in Nieuwe gegevens voor de geschiedenis onzer letterkunde. Het getal 24 dat tussen haakjes staat in deze akte, geeft aan het aantal jaren dat De Koning in Amsterdam woonachtig was.
6
De Koning had immers een broer Tobias bij wie hij zeker geruime tijd heeft ingewoond.
7
Abrahams oudste dochter werd gedoopt op 18 september 1614 in de Oude Kerk te Amsterdam. Het huwelijk tussen Abraham en Katelijne Clinquant was voltrokken op 5 januari 1613 in dezelfde kerk.
8
Tobias deed ondertrouw te Amsterdam 31 januari 1609 met Elisabeth Andriessens. vanden Bossche (kleerkooper-van stockum, o.c., p. 147).
9
De heer Van Roey was mij in hoge mate behulpzaam bij het vinden van deze gegevens; ook de feiten over Peeter de Cueninck verschafte hij mij.
10
De 17de maart 1588 werden nog verschillende andere kinderen te Antwerpen ‘per promotorem’ gedoopt.
11
Fonds Gilden en Ambachten no. 4833, 29 ro.
12
Fonds Gilden en Ambachten no. 4830 (zuiveringslijsten van de burgerwacht van Antwerpen waarin na de val van de stad in 1585 alle leden worden opgetekend met hun religieuze overtuiging), 35 ro.
13
Blijkens de bewaard gebleven kohieren.
14
Volgens de ondertrouw-akte woonde Tobias in 1609 19 jaar in Amsterdam.
15
Fol. 154 vo.

Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

over 't Spel van sinne, vertoont op de tweede lotery van d'arme mannen ende vrouwen Gasthuys


G.R.W. Dibbets


over Antwerpen