Print Het Liegend Konijn. Jaargang 10(2012)– [tijdschrift] Liegend Konijn, Het Vorige Volgende [p. 147] Federmesser Zeesop, was af - zo denkt hij, onze dichter. Zo machtig, prachtig blinkt zijn brein: een stichter! ‘Ik demoniseer mezelf wel. En scalpeer. Fok, ik kraai niet om gezwam, getempelier. Een despoot? Ik kraak je met mijn schedeltang.’ Barelen staan op post in sterrenregen. Ja, zaakjes goed geregeld. Strijd: een zegen. ‘Welkom op de trein met nummer duizendacht- honderdtwintig. Elektriek. Voltallig ons personeel - wenst u alvast voorspoedige reis naar uw bestemming. Is die goedgekeurd?’ Een arbeider verlaat kantoor, de schapen nog warm. ‘Zie paardjes poker spelen.’ ‘Dead Hand -’ Vorige Volgende