gepubliceerd op 10 mei 2017
Themanummer Nieuw Letterkundig Magazijn: Caraïbische letteren

NLM 2017 1

De nieuwe aflevering van het Nieuw Letterkundig Magazijn is verschenen, een themanummer met een gastredactie bestaande uit Aart G. Broek en Michiel van Kempen, met medewerking van Igma van Putte-de Windt en Paulette Smit.  De Werkgroep Caraïbische Letteren van de Maatschappij vroeg ons een editie te mogen wijden aan de talen en literatuur van de Nederlandse Antillen en Suriname. De leden van de werkgroep hebben zeer gevarieerde artikelen aangeleverd over dit relatief onbekende vakgebied.

Uit het voorwoord:

Teksten zijn eigenlijk nooit voltooid, althans dat vinden hun scheppers. Teksten zelf willen niets, maar auteurs willen des te meer. Die streven ernaar dat hun teksten gelezen, gehoord of zelfs vertaald worden, dat ze van commentaar worden voorzien, prijzen verwerven, als manuscript of als typoscript duurzaam bewaard, tentoongesteld en fraai uitgegeven worden. Mocht de auteur dat niet wensen of niet meer kunnen wensen, dan zijn er erven, lezers, critici, wetenschappers en andere burgers van uiteenlopende statuur om teksten in een nooit te voltooien traject voort te duwen.

Het Koninkrijk der Nederlanden omvatte tot 1975 de landen Suriname en de Nederlandse Antillen, van Nederlandse zijde ook wel ‘de West’ genoemd. Op 25 november 1975 stapte Suriname uit het staatsverband en zette een desintegratie van de Antillen in. Sinds 2010 zijn Aruba, Sint-Maarten en Curaçao drie relatief autonome landen binnen het Koninkrijk, terwijl Bonaire, Saba en Sint-Eustatius als gemeentes-ondertoezicht bij Nederland zijn gevoegd.

In Suriname en op de Benedenwindse abc-eilanden veroverde het Nederlands in de vorige eeuw een positie naast de creoolse en andere talen. In de West ontstond een Nederlandstalige literatuur, die in de verschillende landen de nodige waardering kreeg. Die letteren ontwikkelen zich nog steeds, maar staan onvermijdelijk onder druk van de ‘moederlandse’ literatuur en – sinds de Tweede Wereldoorlog – van de waardering voor expressie in het Papiaments en Sranantongo, aangezien die talen dikwijls als meer eigen en authentieker worden ervaren. Dit krachtenspel is minder bekend bij de Nederlandse buitenstaanders.

In dit nummer van het Nieuw Letterkundig Magazijn zijn bijdragen opgenomen over ‘werk in uitvoering’, werk dat juist op uitvoering ligt te wachten, vooralsnog niet tot leven kwam of juist – soms doelbewust – in vergetelheid raakte. Er is veel uit het ‘Nederlands’-Caraïbisch gebied dat in de bureaula is blijven liggen. Zegt dat iets over het gebrek aan toeschietelijkheid bij Nederlandse uitgevers? Als er al enthousiasme was, dan blijkt dat niet direct uit deze artikelen. Als er iets wél blijkt uit dit nummer, dan is het wat een rijkdom onderzoekers wacht die zich willen storten op dit ‘randgebied’ van de Nederlandse literatuur. Kortom, hier volgt, op initiatief van de Werkgroep Caraïbische Letteren van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, een bescheiden zoektocht naar die rijkdom onder de andere zijde van de zon.

Nieuw Letterkundig magazijn, Jaargang XXXV, nummer 1, mei 2017, 56 pag.