gepubliceerd op 22 februari 2017
Rapport Commissie van voordracht Frans Kellendonkprijs 2017

Op 20 februari jongstleden kreeg Hanna Bervoets in Nijmegen de Frans Kellendonkprijs uitgereikt voor haar oeuvre. De Commissie van voordracht, bestaande uit Carl De Strycker, Maria Vlaar en Barber van de Pol, stelde het volgende rapport op:

Hulde Hanna Bervoets

Werpt iemand een globale blik op het roman-oeuvre van onze laureate, dat toch algauw 1250 bladzijden beloopt, dan verbaast hij zich allicht over twee dingen die met elkaar in tegenspraak lijken. Wat opvalt is tegelijk de enorme variatie en de enorme consistentie, en dat allebei zowel stilistisch als thematisch. De romans staan helemaal los van elkaar, maar ze zijn qua taal en plotgerichte verbeelding onmiskenbaar door dezelfde auteur gemaakt. We verklaren ons nader.

Er wordt in alle vijf de romans aan een stuk door schijnbaar nogal lukraak gepraat. Dat is een grote kunst van Bervoets, een grote charme ook: ze kan als de beste gesprekken neerzetten, ze is op en top colloquiaal, zonder dat ze de gaten opvult met commentaar of informatie die zij nu eenmaal nog achter de hand heeft. Ze biedt ons de autonome, eerstehands laag van de gebeurtenissen, die bestaat uit diffuse overwegingen, nog niet gecontroleerde neigingen en onderlinge aftasting. De diverse stemmen komen zonder hiërarchie tot de lezer, die gek genoeg is of hij raakt geïntrigeerd.

Er zit volop spanning op die oppervlaktelaag. Het ijle, vaak geestige intermenselijke gehakketak ziet er dan wel achteloos uit, maar ondertussen zit alle informatie erin verborgen. We beseffen dat we zijn terechtgekomen in een godloze ‘er is alles in de wereld / het is alles’-sfeer, zonder gesuggereerde diepgang, die er meer van zou maken. En het is of de schrijfster zegt: en dit moet genoeg voor je zijn, en dat is het. We kijken niet in een spiegel van de werkelijkheid, het ís de werkelijkheid, ook al is die werkelijkheid tikje speculatief, zoals steeds bij Bervoets.

Het is moeilijk kiezen tussen de romans. Ze zijn allemaal goed, maar erg goed is in elk geval Alles wat er was. In Alles wat er was ontbreekt vrijwel iedere context. Acht personen zitten na ‘de grote knal’ met elkaar opgescheept in een van de buitenwereld afgesloten schoolgebouw. Ze gaan een voor een de hongerdood tegemoet. Dat is het lugubere: solidariteit is niet vol te houden. Soms houdt eentje het al niet meer uit en verdwijnt in de levensgevaarlijke mist buiten. De verbeelding van de schrijfster voert ons naar de persoonlijke verwikkelingen zoals die zich voordoen in een eilandsituatie, en intussen wordt op originele wijze een nog wel wat groter, bloedserieus probleem aangekaart.

Het loopt bij Bervoets nooit goed af, iedereen is bij haar altijd de klos, maar waarom kan het lot van deze papieren figuren, vermalen door de omstandigheden, je schelen? Omdat de schrijfster het afdwingt. Omdat ze je als lezer medeplichtig maakt en je de verantwoordelijkheid voor wat je hebt gelezen al bij jezelf bent gaan zoeken. Zo vreemd is dat niet. Je bent vermaakt, zeker, het is goed gedaan, maar je bent ook verontrust. Het leven wordt niet vrolijker met Bervoets als voordenker. Wel interessanter. 

Een enkele roman is wat ingewikkelder. In Efter worden twee maatschappelijk relevante problemen door elkaar heen aan de kaak gesteld: de verregaande inbreuk op de allerpersoonlijkste privacy en het gemarchandeer van een farmaceutische belanghebbende die zijn product (efter) koste wat het kost in de markt wil zetten. Efter is een typische toekomstroman, een genre waarin Bervoets plezier lijkt te hebben en waarin ze beslist uitblinkt. Ze roept een wereld op waarin iedereen 24 uur per dag zichtbaar is voor anderen, en o paniek als dat eens niet zo is. Ze verzint er haar eigen apparaten bij en ook haar eigen idioom, zonder dat je als lezer denkt: wat een onzin. Je denkt veeleer: seos? toad? hé, die heb ik nog niet. Of: moet ik niet ook gaan gazen? 

Ondanks de sfeer van intimiteit en petite histoire is er in Bervoets werk dus altijd sprake van een groot drama, dat zich langzaam voltrekt via een ijzersterke plot en die is zwart, pikzwart, hoe ondramatisch de toon ook blijft. Het gaat niet goed, het kan ons niet ontgaan. Feel good uitgesloten. Het moet ook de schrijfster aan het hart gaan. Aan haar ligt het niet. Ze lijkt te houden van haar personages, de distantie is formeel. Er zitten onvergetelijke bij, en favoriete is dan misschien de ontroerende, reële Meija uit Efter, een kind nog, met die rugzak met blauwe wollige worm aan de rits. Ze is zonder mitsen en maren verliefd, maar hij kan niet kiezen en houdt zich onzichtbaar voor haar. Ze is zo’n verliefdheidsslaaf die volgens de nieuwe normen, met zero tolerance voor psychische zwakte, aan de efter moet. 

Ook Brooke is nog een kind, een eeuwig kind eigenlijk, met het baby-vet blijvend om haar wangen. Zij is het zwakbegaafde meisje uit Lieve Céline, dat ervan droomt om haar idool Céline Dion te ontmoeten. Ze dweept met haar, identificeert zich met haar, ís haar. Haar moeder kon er ook wat van, wat al blijkt uit de soap-namen die ze haar kinderen geeft, maar de moeder is niet meer. De vermaak-industrie vermaalt consumenten als Brooke, die niet gedijt in de niet eens zo liefdeloze eigen omgeving en in haar wanen gaat wonen. 

Het is een heel goed boek, een illusieloos boek ook. De uiteindelijke ontknoping komt hard aan.

Alle plots van Bervoets zijn goed. Ze is een echte plotschrijfster, ze zal je nooit vervelen met alleen maar human interest, wat misschien een vorm van hoffelijkheid is in een literair klimaat dat is vergeven van de introspectie. Want we hebben het nog niet eens gehad over het recente Ivanov, met Efter haar meest geconstrueerde boek. Kern daar is de ethische vraag: mag er worden gemorreld aan de grenzen van het mens-zijn dan wel dier-zijn. Omdat het kan? In concreto: mag er worden gekruist tussen mens en aap? Denk je dan meteen aan liederlijke nazi-praktijken of gaat het om legitiem wetenschappelijk onderzoek? 

Met Ivanov haalt Bervoets opnieuw een voorstelbare toekomst binnen en verzenuwt ze ons gerieflijke heden, dat zo gerieflijk al niet meer is. Maar eigenlijk doet ze dat in al haar boeken. 

Hanna Bervoets kopieert niet zomaar een succesformule. Ze is inhoudelijk en vormtechnisch op zoek naar telkens nieuwe manieren om haar onmiskenbare maatschappelijke engagement uit te drukken. Van romans met een eerder kleine, existentiële thematiek, zoals Alles wat er was, dat opvalt door z’n bijzondere opbouw maar ook bijblijft vanwege de spanning die horrorachtige trekken krijgt, de toekomstroman Efter, een moeilijk, uitstekend door haar beoefend genre, tot het zo mogelijk nog knappere Ivanov, is steeds een schrijfster aan het woord die trefzeker formuleert, lenig construeert, boordevol verbeelding zit en nooit roeperig of te expliciet wordt. Op 32-jarige leeftijd kan ze al bogen op een stevige productie, met een eigen toon en plaats. En laten we ook haar columns in de Volkskrant niet vergeten; ze zijn vaak van hetzelfde laken een pak. 

Je kunt zeggen dat alle goede boeken maatschappelijk relevant zijn. Geëngageerd klinkt naar partijkleur of morele afbakening, laten we Bervoets niet kleiner maken dan ze is, maar toch. De nieuwsgierigheid, ambitie en kundigheid waarmee ze bepaalde actuele thema’s uitwerkt verraadt haar gezegende behoefte om de vinger aan de pols te houden. Ze let op. Misschien is haar overkoepelende thema wel het Big Brother-idee en dan is zíj onze Big Sister, die de ogen almaar waakzaam openhoudt. In literair familieverband is zij de zus van Houellebecq.

Een opmerkelijk dingetje bij Bervoets is dat ze het woordje ‘dan’ inslikt in een samengestelde zin als ‘Werpt iemand een globale blik op het roman-oeuvre van onze laureate (-), dan verbaast hij zich allicht over twee dingen die met elkaar in tegenspraak lijken.’ Bij Bervoets zou dat zijn: ‘Werpt iemand een globale blik op het roman-oeuvre van onze laureate (-),verbaast hij zich’ enzovoort. Daar gaat vast nog eens een ambitieuze taalkundige op promoveren in de nabije toekomst. Wachten wij af. Is het zover, zien we wel.

Voor ondergetekenden bleek Hanna Bervoets de ideale kandidaat voor de Frans Kellendonkprijs 2017. Zij ontvangt de prijs voor haar hele oeuvre.

Carl De Strycker, Maria Vlaar, Barber van de Pol

FullSizeRender

Foto: Barber van de Pol