Susanne Onel is neerlandica. Ze was vele jaren werkzaam op verschillende gebieden binnen het Hoger Onderwijs. Van 2009 tot 2015 zat ze in de redactie van Arabesken, het tijdschrift van het Louis Couperus Genootschap. Eveneens vanaf 2009 is ze eindredacteur van het Nieuw Letterkundig Magazijn, het halfjaarlijkse tijdschrift van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
de columns van Susanne Onel:
recente columns:
gepubliceerd op 22 mei 2016
Maar 12,5%

Eerlijk is eerlijk, het was een heel mooi feestje, die viering van 250 jaar Maatschappij afgelopen vrijdag in het Academiegebouw te Leiden. Eerst een prachtige soepele jaarrede van de voorzitter, en later, in het Groot Auditorium, in aanwezigheid van De Koning (met iemand vol tressen en goudbeslag achter hem gezeten ter voorkoming dat een Maatschappijlid enge dingen zou doen) een fantastische voordracht/lezing/act, met als dramatisch uitgangspunt de naam van de voorzitter, door de Vlaamse schrijver Tom Lanoye. Het was genieten, zoals dat heet. Tot slot als slagroom op de taart: het benoemen van de nieuwe ereleden der Maatschappij. Helaas moesten drie ─ onder wie de enige vrouw ─ van de acht verstek laten gaan, maar het eerbetoon was er niet minder bloemrijk om.

Daarna een geanimeerde receptie. Zelf beging ik nog per ongeluk een protocollaire blunder: ik zag uit een ooghoek een van de verse ereleden staan, van wie ik weet dat hij zeer blij en vereerd is met het erelidmaatschap. Ik snelde op hem af, trok hem aan zijn mouw en feliciteerde hem… tot ik ontdekte dat hij in gesprek was met, jawel, De Koning! Ik reageerde jegens Zijne Majesteit met: ‘Oh, ik wist niet dat u er nog was!’, waarop Zijne Majesteit jolig antwoordde: als mijn familieleden eeuwenlang beschermheer/-vrouw waren van de Maatschappij, mag ik hier wel even wat langer blijven, toch?! Dat beaamde ik volmondig. Hij heeft me nog beloofd het prachtige Jubileumboek te zullen lezen. Uiteraard heb ik me toen schielijk uit de voeten gemaakt: anderen hadden immers ècht recht op een gesprek met De Koning, ik niet.

Maar… een prachtig feest. Hoewel … nu moet ik toch een kanttekening plaatsen. Precies in deze feestweek kopten de kranten dat de Rijksoverheid het streefcijfer van 30% vrouwen in de top al ruimschoots (met 1%) gehaald heeft.  Als ik het goed uitreken (ik heb net zo’n ‘humaniora’-opleiding genoten als Lanoye, met 9 uur Latijn en 9 uur Grieks in de hogere klassen, dus met weinig tijd voor rekenen), betekent 1 op de 8 = 12,5%. Twaalf-en-een- half procent: dat is bij lange na geen 30%! De Maatschappij is geen Rijksoverheid, maar toch, 12,5%...  Twee op de acht zou al 25% betekend hebben; dat is aardig in de goede richting. En als er nu geen geschikte vrouwen waren, maar dat kan het toch ook niet zijn. Bovendien: je hoeft niet eens lid te wezen om erelid te worden! Een makkie dus wat dat betreft. Ik kan zo een aantal geschikte vrouwen bedenken. Nee, de Maatschappij is hard bezig met vernieuwen, vermaatschappelijken, verdigitaliseren en verjongen, prachtig, prachtig, maar hiermee heeft ze toch echt een emancipatorische steek laten vallen en een goede kans gemist. Jammer, jammer. Maar verder was het een heel mooi feest.