Anton van der Lem (Velsen, 1954) studeerde geschiedenis in Amsterdam en promoveerde in Leiden op het proefschrift 'Het Eeuwige verbeeld in een afgehaald bed : Huizinga en de Nederlandse beschaving' (1997). Hij is verbonden aan de Universitaire Bibliotheken Leiden als conservator oude drukken en als eindredacteur van www.dutchrevolt.leiden.edu. Zijn 'De Opstand in de Nederlanden (1568-1648)' (Nijmegen, Vantilt, 2014) verscheen in het Duits (Berlijn, Klaus Wagenbach, 2016) en verschijnt dit jaar in het Engels (Londen, Reaktion Books, 2018).
de columns van Anton van der Lem:
recente columns:
gepubliceerd op 24 februari 2016
2016: Huizinga vrij van rechten

Zo gelukkig als onze beroemdste historicus Johan Huizinga het getroffen heeft met zijn Nederlandse uitgever, zo ongelukkig is het hem meestal vergaan met de vele vertalingen die er van zijn werken verschenen. Nu sinds 1 januari jongstleden de gepubliceerde werken vrij van rechten zijn, biedt dit nieuwe kansen voor uitgevers en vertalers.

Al bij Huizinga’s leven zijn de belangrijkste van zijn werken vertaald: Herfsttij der Middeleeuwen (1919), Erasmus (1924), In de schaduwen van morgen (1935) en Homo ludens (1938). De grote golf in vertalingen kwam in de decennia na zijn overlijden. De hoofdwerken verschenen in meer dan twintig talen, de kleinere in wat geringer aantal. Alle vertalingen worden door de Maatschappij zo veel mogelijk verzameld, en zijn vindbaar in de catalogus van de UB Leiden met signatuur HUIZIN. Voor de meeste vertalingen in het Duits vond Huizinga een congeniale vertaler in de Zwitserse historicus Werner Kaegi, hoogleraar geschiedenis in Bazel.

De vertaling van Herfsttij der Middeleeuwen in het Frans werd een lijdensweg, totdat de Brusselse mediëviste Julia Bastin, die in Den Haag was opgegroeid, als uit het niets verlossing bracht met Le déclin du Moyen-Age (1932). Dat ik haar nalatenschap en dus Huizinga’s brieven aan haar niet heb kunnen terugvinden, kan ik nog steeds niet uitstaan.

De vertaling van Herfsttij in het Engels en het Duits verliep moeizaam en onbevredigend. De Duitse vertaalster was niet opgewassen tegen de bijzondere stijl van het boek en de vertaling moest tot drie keer toe bewerkt worden. De uitgever van de Engelse vertaling eiste inkorting, waaraan Huizinga en de Nederlandse anglist Frits Hopman samen probeerden te voldoen. Beide boeken verschenen in hetzelfde jaar: Herbst des Mittelalters en The Waning of the Middle Ages (1924).

En daarna gebeurde wat tal van Nederlandse auteurs is overkomen: dat andere vertalingen niet uit het Nederlands werden gemaakt, maar op basis van een Duitse, Franse of Engelse vertaling. Zo verscheen en verschijnt de Spaanse Herfsttij vertaald uit het Duits: El otoño de la Edad Media (1932). De Erasmus-biografie verscheen in het Spaans maar liefst drie keer: uit het Frans, uit het Engels en uit het Duits, maar niet uit het Nederlands. Dat gaat tot op de dag van vandaag door.

             Anderzijds is het fantastisch dat Huizinga’s werk in tal van landen en talen verschijnt. Nu de rechten helemaal vrijgekomen zijn, is de vrees voor beunhazerij natuurlijk groot. Gelukkig rekent het Letterenfonds het zich tot zijn taak om vertalingen te subsidiëren uit het Nederlands, uiteraard door native speakers. De Italiaanse Herfsttij verscheen in 1940, vertaald door de verder onbekende Nederlander Bernardo Jasink – had hij een Italiaanse moeder? De Italiaanse vertaler Franco Paris publiceerde in 1992 een nieuwe vertaling in het Italiaans. In zo ongeveer alle talen van Midden- en Oost-Europa wordt een inhaalslag gemaakt en ziet Huizinga’s werk het licht dankzij tal van enthousiaste neerlandici. Op 24 en 25 november van dit jaar vindt zelfs in Bratislava een colloquium plaats over Huizinga en Midden- & Oost-Europa.

Het meest ambitieus is het werk van de Duitse vertaler Annette Wunschel en uitgeverij Wilhelm Fink Verlag in Paderborn. Zij hebben zich als doel gesteld alle belangrijke werken van Huizinga opnieuw of voor het eerst in het Duits uit te geven. De eerste twee banden zijn verschenen: een deel met Huizinga’s boeken over Amerika en een deel Zeitkritische Schriften (de Schaduwen en Geschonden Wereld). De vertaler heeft haar werk voortreffelijk gedaan, toont grote affiniteit met Huizinga’s werk en durft te kiezen voor een vrije vertaling. De titel Verratene Welt zet het vaak miskende Geschonden Wereld nog scherper aan en toont ons als het ware een heel nieuwe Huizinga.

Begeistert door de door Huizinga geschreven brieven werken vertaler en uitgever nu aan maar liefst twee delen Briefe, die eind dit jaar of begin volgend jaar zullen verschijnen. Met groot plezier mag ik meelezen en de annotatie up to date brengen. Laten we hopen dat Annette Wunschel nu eveneens een frisse vertaling van Herfsttij zal weten te maken, evenals van de Homo ludens. Huizinga’s biografie van zijn vriend, de schilder Jan Veth, die tot in 1915 zo’n vijftig portretten in Duitsland maakte van industriëlen en handelslui (een kunsthistorische dissertatie op zich waard) staat ook op het lijstje.

           Zo ongeveer al het werk van Huizinga roept om een vertaling in het Engels uit het Nederlands. Nu ook Nederlandse uitgeverijen steeds meer in het Engels publiceren – Amsterdam University Press, Leiden University Press, Vantilt – mogen we misschien ook uit deze hoek redding verwachten? Om te beginnen met Herfsttij, dat in 2019 honderd jaar jong zal blijken te zijn. De Amerikaanse historicus Peter Arnade organiseert op 10 november dit jaar een eerste, besloten colloquium hierover in New York. De bestaande Engelse vertaling van Homo ludens is uit het Duits – dus onaanvaardbaar. Die van Nederland’s beschaving in de zeventiende eeuw is zelfs zo slecht dat een digitalisering daarvan ontraden moet worden. Enzovoort. Over de digitalisering van Huizinga, waarvoor de voorbereidingen in volle gang zijn, graag een volgende keer.